Vul een plastic zak met warm water en leg dit op de ruitensproeier kopjes, even erop laten liggen en klaar.
NIET meer proberen te sproeien want dan brandt waarschijnlijk het ruitensproeierpompje door!
Giet zo veel mogelijk puur ruitensproeier antivries concentraat in het ruitensproeier reservoir en start de motor. De warmte van de motor zal de slangen in de motorruimte ontdooien. Het concentraat ontdooit het reservoir, dit heeft enige tijd nodig afhankelijk van de bevroren inhoud van het reservoir. Open de motorkap en ontdooi waar mogelijk de slangen aan de ruitensproeierkopjes en de kopjes met een haarföhn. Lukt dit allemaal niet dan zul je de auto in een warmere omgeving moeten laten ontdooien.
Note: Voordat je aan de gang gaat met een bevroren ruitensproeier vul je het reservoir bij met een ruitensproeier concentraat. Zodra de ruitensproeiers weer werken, alles goed doorspoelen zodat het concentraat ook overal in het systeem komt.
Zorg voor een voldoende toevoeging van ruitensproeier antivries concentraat en kijk goed op de verpakking wat de mengverhouding is. Tegenwoordig zijn er ruitensproeier reservoirs van bijvoorbeeld 3,5 liter of meer. Het toevoegen van 1 fles ruitensproeier antivries concentraat bij een vol reservoir beschermt tot maar circa enkele graden onder nul. Zorg minimaal voor een mengverhouding van 1 op 2 wat ongeveer tot min 10 C zal beschermen.
Tijdens het rijden zal de langsstromende rijwind zorgen voor extra afkoeling. Deze zogenaamde chill factor kan de temperatuur bij b.v. 80 km/u wel met 10 graden verlagen. Dit is ook de reden dat de ruitensproeierkopjes tegenwoordig bij het luxere auto segment verwarmd zijn. Ga op zeker en vul bij op een 1 op 1 mengverhouding (min 25 C) of gebruik kant en klare ruitensproeier antivries die vaak tot wel tussen de min 25 tot min 30 graden zal beschermen.