Een kentekenplaat moet worden vervangen als deze niet meer goed leesbaar is. Dit kan komen door weersinvloeden en/of ouderdom van de kentekenplaat waardoor de letters en cijfers vervagen of door beschadigingen door middel van ongelukken en dergelijken. Bij verlies of gestolen kentekenplaten gelden andere regels, zie onderaan deze info pagina.
In Nederland zijn er een aantal verschillende type kentekenplaten. De standaard Nederlandse kentekenplaten voor de consument zijn vanaf 1978 geel met zwarte opdruk. Deze komen voor in een langwerpige kentekenplaat of een vierkante kentekenplaat met (sinds de toetreding in de EU) aan de linkerkant een blauw vlak waar NL en het Europese Unie symbool in afgebeeld staat.
De overige kentekenplaten die regelmatig voorkomen zijn:
- Voor de aanvraag van kentekenplaten van een nieuwe of ingevoerde auto is een documentnummer vereist. Deze is rechts onderin terug te vinden op de kentekencard. Daarnaast is ook een geldig legitimatiebewijs verplicht.
- Voor een vernieuwing van een kentekenplaat is de kentekencard of papieren kentekenbewijs nodig. Daarnaast is ook een geldig legitimatie bewijs verplicht. En een directe oversteek van de oude kentekenplaat voor de nieuwe kentekenplaat. Deze regeling geldt ook voor groene (handelaar) en lichtblauwe (taxi) kentekenplaten.
Na verlies of diefstal van jouw kentekenplaten zal de kentekenplaatfabrikant altijd twee nieuwe kentekenplaten leveren. Om de kentekenplaten uniek te houden komt er op het linker streepje een duplicaatcode in de vorm van bijvoorbeeld een kleine 1, 2 of 3. Na het afgeven van de kentekenplaat met een verhoogd duplicaatcode komt de oude kentekenplaat te vervalen en zal deze niet meer gelinkt worden aan het voertuig.
Op jouw kentekencard staat ook een duplicaatcode. Deze heeft de zelfde functie als de duplicaatcode op uw kentekenplaat. Sinds 2008 is het niet meer verplicht om op het kentekencard en de kentekenplaat de zelfde duplicaatcode te hebben. Kortom; ben jij je kentekencard verloren dan zul je een nieuwe moeten aanvragen bij de RDW en zal deze worden afgegeven met een verhoogde duplicaatcode.
In Nederland wordt er onderscheid gemaakt in de verschillende soorten aanhangwagens, fietsendragers en caravans. Aanhangwagens tot 750 kg en fietsendragers krijgen het zelfde kenteken als het voertuigen die de aanhangwagen of fietsendrager voorttrekt. Caravans en aanhangwagens zwaarder dan 750 kg hebben een eigen kentekenplaat nodig.
Als je een fietsendrager monteert op de auto blokkeert deze vaak de gele kentekenplaat op de auto. Een witte kentekenplaat met dezelfde letter cijfer combinatie is daarom verplicht om te monteren op de fietsendrager voor een duidelijk zicht van het kenteken. Deze kentekenplaat is wit met zwarte letters.
Een aanhangwagen zwaarder dan 750kg of een caravan heeft een eigen kenteken nodig. Net als bij een auto hebben deze aanhangwagens of caravans een eigen kentekenbewijs. En moet er ook met dit kentekenbewijs een kentekenplaat besteld worden.
De kentekenplaten van de aanhangwagens zwaarder dan 750kg en caravans zijn het zelfde als die van een auto: een gele kentekenplaat met een zwarte letter cijfer combinatie en links op de kentekenplaat een blauw vlak met het Europese symbool en de letters NL.
Een kentekenplaat voor een historische aanhangwagen is een donkerblauw kentekenplaat met witte letters. Een donkerblauwe kentekenplaat wordt alleen afgegeven als de aanhangwagen in gebruik is genomen voor 1 januari 1978. Deze regeling geldt alleen voor aanhangwagens die zwaarder zijn dan 750 kg, dit is omdat deze aanhangwagens een kentekenbewijs hebben waarop de ‘leeftijd’ van de aanhangwagen staat.
In sommige gevallen hebben aanhangwagens tot 750 kg ook een donkerblauwe kentekenplaat. Dit heeft te maken met auto waaraan de aanhangwagen is bevestigd. Als dit een voertuig is van voor 1 januari 1978 dan krijgt de ‘lichte’ aanhangwagen ook een donkerblauwe kentekenplaat.
Vanaf 2021 moeten ook alle tractoren, trekkers en landbouwvoertuigen gekentekend worden. Het geldt voor alle voertuigen die harder kunnen dan 25 km/u en die op de openbare weg komen. Dit was al zo voor de voertuigen aan de grenzen met Duitsland en België maar nu komen daar ook de voertuigen bij in de rest van het land. Kijk op landbouwkentekenplaat.nl voor alle informatie.
Naast de bekende soorten kentekenplaten zijn er ook nog andere soorten in omloop. We zetten ze op een rijtje.
Tot 1951 had elke provincie zijn eigen kentekenserie, welke begon met 1 of 2 letters.
In het begin waren kentekens "Persoonsgebonden" en verhuisden ze mee naar een volgende auto. Het eerste kenteken (1) werd op 6 april 1898 tenaamgesteld op naam van W.A. van Dam te Groningen. Pas in 1951 werd een landelijk systeem ingevoerd, dit begon met ND-00-01. Vanaf dat jaar was het kenteken niet meer persoonsgebonden maar bleven de kentekens mee verhuizen met de auto. Sinds 1951 is het aantal tekens (6) op een kentekenplaat nooit gewijzigd.