Personenwagens, uitgevoerd met een benzine of LPG motor met een geregelde katalysator vanaf bouwjaar 1993, moeten een viergasmeting ondergaan bij de APK. Een geregelde katalysator bestaat uit een elektronische brandstofmengsel regeling aangestuurd door een lambdasonde,
De viergastest meet of de motor nog voldoet aan de gestelde waarden van de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen. Gassen welke een negatieve invloed hebben op ons milieu en tot een minimum beperkt moeten worden.
Een viergastest meet zoals de naam aangeeft 4 gassen, te weten CO, CO2, HC en O2.
Met de viergasmeter wordt gemeten of het betreffende voertuig aan de, binnen de APK gestelde, eisen voldoet maar er kunnen met de viergastest ook diagnoses gesteld worden.
Wat zijn de te meten waarden bij de viergastest en wat zeggen deze:
De koolwaterstoffen (HC) moet liggen tussen de 20 - 100 ppm. Zo niet, kan dit onder andere komen door:
De koolmonoxide (CO), welke autotype afhankelijk is, geeft bij een te hoge waarde een onvolledige verbranding aan. Redenen kunnen onder andere zijn:
De koolstofdioxide (CO2) zal normaal gesproken op circa 15 à 16% liggen. Hoe hoger het CO2 getal hoe beter de verbranding. Te lage waarde geeft vaak een uitlaatlekkage aan of een te arm mengsel door bijvoorbeeld een te lage pompdruk.
De zuurstof (O2) waarde moet zo laag mogelijk zijn, des te optimaler is de verbranding. Een te hoge O2 kan onder andere komen door een lekkende uitlaat.